Dasain
Door: Ellen
Blijf op de hoogte en volg Dick & Ellen
23 November 2008 | Nepal, Pokhara
Een nadeel is de herrie die ons over het water in de avond tegemoetkomt, zo van zeven tot elf. Vier soorten muziek door elkaar, live gespeeld in restaurants en bars aan de overkant die als paddestoelen uit de grond blijven schieten. Ze organiseren zogenaamde cultural shows voor de toeristen. Hoewel we daar nooit komen, voel ik me af en toe wel debet aan deze lawaaivervuiling; ik ben tenslotte zelf ook toerist….
Een andere bijkomstigheid is het management, waar je je dood aan kan ergeren of hartelijk om kan lachen. De vloerbedekking in onze kamer ligt over der gehele lengte op het midden nog precies hetzelfde omgekruld als vorig jaar. Waarschijnlijk is daar nog niemand hard genoeg over gevallen. Een flink gat in één van de horren is door Dick dichtgeplakt met plakband omdat de baas er geen probleem in zag. In een sloop zit nog dezelfde scheur als vorig jaar, het kussen puilt naar buiten door hetzelfde gat, de stoelen en tafel buiten zijn nog precies even gammel en vuil en de kamer is verre van schoon. De helft van de tijd is er geen stroom en een generator ontbreekt. We vragen om een lapje waarmee ik de reling van het balkon schoon zou willen maken zodat we onze was ergens op kunnen hangen. Hij veegt er eens met zijn (niet al te schone) handen overheen en konstateert dat dat niet nodig is. Maar hij wel graag ook een glaasje rum, waarbij hij ons vraagt om 5000 rupies als voorschot op onze hotelnota om zijn lekke roeiboten te kunnen repareren. Enzovoort…..Nou betalen we ook maar 15 euro, maar toch is dat meer dan je voor de meeste andere hotels hier betaalt en waar je geen half uur hoeft te roeien om er te komen.
Dokter
Dat laatste was lastig toen we net hier waren en behoefte hadden aan helemaal niks doen en ik weer drie keer naar de dokter aan de wal moest voor wat waarschijnlijk een niersteentje was. En zo vonden we dokter Gupta, die naar goed hindoe-gebruik de derde fase (de tweede is het vaderschap) van zijn leven wijdt aan het helpen van mensen en toewijding aan God. Een bijzondere man die 24 uur per dag beschikbaar is in het fraaie ziekenhuisje dat hij heeft opgericht en de naam Celestial Hospital draagt. De hal hangt vol ontroerende briefjes van dankbare patienten uit alle delen van de wereld. Nepalezen worden er gratis geholpen en voor toeristen wordt volgens de dokter het te betalen bedrag door elke verzekering vergoed. Drie consulten kosten ons bij elkaar 20 euro…
Hij geeft me zowel voor mijn nieren als voor het slecht slapen plantaardige ayurvedische middelen en drukt me op het hart me te richten tot God, dichtbij Hem te willen zijn, te bidden, me niet te hechten aan het materiele, te mediteren en pranayama-yoga (een eenvoudige meditatietechniek die hij me bijbrengt) te doen. Met mijn middeltjes uit Nederland en de vitamines erbij slik ik nu acht soorten pilletjes en poeders en volg de raad van de dokter zo goed mogelijk op. Daarbij stuurde Suzanne me vlak voor haar ongeluk nog een Labradoriet in een hangertje, die rustgevend zou moeten zijn en genieten we hier dus van het kijken naar de vlinders en de zwermen vogels die tegen de avond vlak over het water naar het oosten trekken en alles bijeen doen we dus niet erg veel. Het helpt! Ik slaap een heel stuk beter en begin behoorlijk op te knappen, tot erg grote vreugde van mijzelf en van Dick die vertelt hoeveel zorgen hij zich gemaakt heeft. Ook Hom is helemaal blij als zijn ‘mom’ goed geslapen heeft en weer e.e.a. gaat ondernemen. Wat me goed doet is dat ik ook wat meer voor anderen kan gaan betekenen op deze manier. Er komt als vanzelf weer van alles op ons pad. Werk genoeg, als je wilt. Waarover later meer.
Maar eigenlijk wilde ik schrijven over Dasain, het grootste festival van het jaar, dat we in Homs dorp mee mochten vieren voordat we de bergen in gingen. Ik merk dat ik het op wil schrijven voor mezelf, omdat mijn geheugen vaak een zeef is en ik het jammer vind om het te vergeten. Wie wil mag het lezen, maar het wordt een heel verhaal.
De belangrijkheid van het feest is te vergelijken met onze kerst, maar het duurt 10 dagen lang, waarvan we de laatste 4 dagen meemaken. Hom en zijn ouders vonden het geweldig dat we bij hen zouden zijn en stonden er op dat we zouden blijven slapen. Dat deden we niet, op de laatste nacht na. Dat leek ons wel genoeg. We vonden een eenvoudig hotelletje op anderhalf uur lopen afstand en liepen van daar uit dagelijks op en neer.
De eerste dag zijn we al vroeg op pad, gekleed in de kadootjes die Hom voor ons liet maken ter ere van de voorbije moeder-en vaderdag: elk een T-shirt met een daarop geborduurd hart met onze drie namen daarin. Onderweg passeren we de enorm hoge schommels die speciaal voor Dasain en Tihar opgetrokken worden uit boomstammen en vooral bamboe en die men na de festiviteiten weer afgebreekt. In Kaskikot heeft Hom met een aantal vrienden er middenin het dorp een gebouwd. Velen vermaken zich er kostelijk, alsof ze een dagje uit zijn naar de Efteling. Van pretparken hebben ze hier nog nooit gehoord. Leuker dan een schommel (pieng, in het nepalees) kan haast niet.
Vleesverdeling
Tot onze verbazing zien we Hom er vlakbij, midden op ‘straat’ (bestrating kent het dorp nog niet) bezig met het verdelen van het vele vlees dat afkomstig is van twee nog niet lang geleden ter plekke en ter ere van het feest geslachte buffaloes. De families uit het dorp die daarvoor ingetekend hebben krijgen allemaal een door Hom eerlijk verdeelde hoop. Op een grote golfplaat liggen deze ‘gezinshopen’ bijeen temidden van het nodige bloed, waartussen Hom met blote voeten en handen rondkruipt. Niets van het dier is afval; alles wordt verdeeld. We zullen het de komende dagen op onze borden vinden. Vreselijk taai, overvol pezen en niet weg te krijgen…door ons tenminste. De anderen smullen ervan. Vlees is duur en meestal alleen voor feestdagen.
We begeven ons bij de vele mensen rond de schommel, en andersom verdringen zij zich om ons heen. Wat een rare mensen zijn we toch met onze grote neuzen en haren op ons lijf. Dick wordt uiteraard weer druk geaaid op zijn niet zuinig wit behaarde onderarmen. En dat Hom met ons rondloopt, wij op bezoek gaan bij hem thuis en daar zelfs een nacht zullen slapen is beslist statusverhogend voor het straatarme gezin uit de laagste onaanraakbare kaste. We gunnen het hen graag (wie meer wil lezen over Hom, zijn verleden en het dorp leze o.a. mijn verhaal getiteld ‘Hom’ van vorig jaar. Bovendien volgt er later meer).
Wat ons ook interessant maakt voor de dorpelingen is natuurlijk dat wij een rondwandelende portemonnee zijn. Stinkrijke toeristen die kennelijk bereid zijn iets te delen; iedereen weet dat we Hom en familie, met name zijn bejaarde ouders, onderhouden, zoals overigens iedereen hier alles van iedereen weet. Privacy kennen ze niet. Om het niet ingewikkelder te maken voor onszelf besluiten we in dit dorp niemand geld te geven.
Tranen en vreugde
We lopen naar Homs thuis. Zijn moeder huilt als we aankomen. Ook nichtje Naani, die inwoont bij haar grootouders omdat haar moeder haar niet wil hebben, en Homs vader, zijn zichtbaar blij ons weer te zien. Homs zus is pas geleden uitgehuwelijkt. Dat is een verhaal, dat ik nu niet helemaal ga vertellen en een drama op zich. Wij hebben hen financieel ruim bijgestaan omdat er geen cent was voor een bruidsschat, de sieraden die bij een huwelijk horen, of een feest. Hom heeft er met zijn zus een jurk en wat goud voor gekocht. Het feest ontbrak. Ze is opgehaald door de bruidegom (die ze tevoren een paar keer heeft mogen zien) en woont nu volgens gebruik in bij haar schoonouders. Na 22 jaar –het werd hoog tijd- thuis te hebben gewoond, moest ze naar een onbekend dorp en een onbekende familie, in de hoop dat ze een man zou treffen doe haar niet slaat, want dat is bepaald niet ongewoon hier. Hom heeft zich erg grote zorgen over gemaakt. Hij is verantwoordelijk voor al het reilen en zeilen in de familie, en daarnaast vond hij het erg moelijk om de laatste van zijn vijf nog levende zussen (er zijn er 7 vroeg gestorven) zien te vertrekken.
Het is de sterfdag van Homs opa. We nemen aan dat Hom dat bijgehouden heeft. Deze mensen kunnen niet lezen of schrijven en weten niet welke dag, maand of jaar het is en vaak niet eens hoe oud ze zijn. Zo kent geen van Homs zussen haar geboortedatum. Hom zelf wel. Als we hem vragen waarom dat dan is, grinnikt hij dat hij als zoon de enige was die er toe deed (zie weer dat artikel van vorig jaar). Maar goed, vanwege die sterfdag krijgen we van Homs vader een gele tika nadat Dick een zorgvuldig voorbereide welkomstspeech in het nepalees heeft gehouden! (Waarom geel, die tika? We hebben zoveel vragen; we stellen ze maar niet allemaal.?)
Toiletgang
Ik wil even naar de wc….. Ik moet vlak langs wat wij het prive zouden noemen van drie huizen en twee buffaloes over een moeilijk parcours naar het gat in de grond waarlangs aan drie kanten riet geplaatst is. De vierde kant is twee meter breed en open. Het meisje dat me de weg wijst blijft belangstellend staan kijken hoe zo’n westerling plast en wat wc papier gebruikt. Wat later ‘wil’ Dick ook . Die moet zijn behoefte doen met vijf blaffende honden en twee vrouwen die toekijken. Hurkend dus. Een hele uitdaging. Plassen doen de mannen overigens achter en tegen het huis.
Als we op het bankje voor het huis met Hom zitten te kletsen maak ik een grote fout. Ik raak Homs voet aan, me van geen kwaad bewust …..ik heb hem nog nooit zo zien schrikken. Ik weet intussen wel dat ik hem op straat geen hug mag geven, maar dit is nog veel erger, lijkt het. Ouders mogen nooit de voeten van hun kind aanraken. Dat brengt absoluut ongeluk. Hom vertelt ons ook over fysiek kontakt met ongestelde vrouwen. Die zijn onrein en vies en moeten buiten blijven. Ze slapen apart en mogen niet aangeraakt worden. Hom gelooft er niet in en raakte wel eens, zijn moeder uitdagend, zijn zus aan als ze menstrueerde. Kijk dan, zei hij, er gebeurt toch niks!? Zijn moeder echter moest mogelijk volgend onheil ongedaan maken door wat water op haar neusring te doen en dat naar Hom te spetteren om hem te reinigen.
We delen de warme kleren uit die ons door mensen uit Nederland meegegeven waren. Ze worden dankbaar ontvangen. Later horen we dat het fraaie jack voor Homs vader door Hom in gebruik genomen is. Zijn vader krijgt wel een ander. Het is namelijk niet nodig dat oude mensen in erg mooie kleren lopen. Dat is meer voor jongeren. Ik zie het me al doen met mijn ouders….Dick komt met wat sieraden die hij graag aan de familie wil schenken. Ze duiken er gretig bovenop en ze zijn snel verdeeld.
We gaan naar het grote grasveld bij de pieng, waar die middag traditiegetrouw dansen opgevoerd worden door mannen uit de omgeving. Als ze eindelijk komen regent het pijpenstelen. Toeschouwers proberen te schuilen onder de bomen en wij pakken een paraplu. Dat blijkt echter verboden te zijn; dat past niet in de kultuur, wordt ons uitgelegd. Zoals zo vaak volgen wij het weer niet. Omdat er na 16 uur geen openbaar vervoer meer is lopen we door de stromende regen terug naar ons hotel waar we drijfnat en ijskoud aankomen. Door het slecht weer is de douche natuurlijk nog kouder dan wij.
Slagveld bij de tempel
De volgende dag bezoeken we Homs ‘parochie’-tempel op de top van de steile berg boven het dorp, en de dag daarna is dat het toneel van een gruwelijk gebeuren. Als we de klim naar boven beginnen komen veel mensen al naar beneden met hun zojuist onthoofde geiten om daarmee in de bus naar huis te stappen. De koppen van hun dieren zijn in de tempel achtergebeleven. Dat is goed voor de zielerust en het zelfvertrouwen van de eigenaar. Anderen zijn op weg naar boven. Hun geiten en vooral de buffaloes en koeien hebben de grootste moeite om op wat spoedig hun laatste dag zal blijken te zijn de lange steile klim te maken. Mensen duwen en trekken de arme dieren met veel moeite naar boven.
Bij de ingang van de tempel moeten we onze schoenen uit doen en even later lopen we op blote voeten door het vele bloed boven. Ik schrik van de aanblik van het slagveld met onthoofde buffaloes. Als we op de plek des onheils aankomen valt me op dat de beulen helemaal niet onvriendelijk doen tegen hun slachtoffers, behalve dan dat ze hen aan hun einde helpen, met één enkele slag van een bijl. De geitekoppen worden onmiddelijk naar binnen en de rest over het muurtje gesmeten. Dick krijgt een geitekop aangeboden omdat hij de dag tevoren een ruime donatie gedaan heeft aan de tempel. Hom wil de kop in het plastic zakje in mijn rugzakje opbergen, maar ik vind dat niet zo’n smakelijk idee.
En dan start de volgende ronde. Met veel muziek en lawaai wordt de volgende groep buffaloes naar binnen gebracht. Eerst nog een rondje lopen, en dan worden ze één voor één aan het daarvoor bestemde paaltje gebonden. Iemand strooit water op hun kop. Als ze daarop hun kop schudden betekent dat dat de goden instemming geven voor wat er komen gaat. Doen ze dat niet, dan wordt er water in hun oor gegoten. Nou, dat schudt wel. Het ‘feest’ kan beginnen. Op een groot blad worden de sabels aangedragen en nog eens geslepen. Een speciaal voor deze taak getrainde slager neemt de starthouding aan terwijl twee of drie mannen het dier stevig bij de kop houden. Het verzet zich behoorlijk. De muziek wordt steeds heftiger. En dan komt de fatale slag. In één keer de grote kop er af, en op hetzelfde moment stopt de muziek, ook in één klap. Ik gruwel bij de aanblik van het lichaam dat nog doorspartelt. Ik dacht dat alleen kippen dat deden, maar dat is natuurlijk wat onlogisch. De slager wordt als een held vereerd met de nodige rituelen. Hoe groter het dier, hoe meer eer, lijkt het. Er worden ook duiven geslacht, maar zonder bombarie eromheen. Als we er genoeg van hebben, trekken we onze sokken over onze vuile voeten en onze schoenen weer aan en lopen naar beneden. De nepalzen lijken het allemaal gewoon te vinden, maar ik voel me vies. Dicks broek zit vol bloedspatten.
We bezoeken nog een klein fraai tempeltje in het dorp. Net als in vele hindoetempels staan binnen slechts een paar stenen, omwikkeld met gekleurde draden en ‘beklad’ met rode verf. In zo’n steen is God aanwezig, legt Hom uit. We durven niet te vragen waarom God in de ene steen wel, en in de andere niet aanwezig is en hoe je dat kan herkennen.
Respect en zegen
En dan volgt de grote dag: de laatste. Die gaat over respect en zegen van ouders naar kinderen, maar het blijkt breder te zijn dan dat. Maar m.n. ouders geven hun kinderen de bekende rode tika op deze dag. Speciaal voor het feest komt Homs pas getrouwde zus vanavond voor het eerst sinds haar huwelijk weer naar huis, samen met haar man.
Homs ouders mogen i.v.m. een sterfgeval in de familie geen tika geven. Wat zou betekenen dat hun dochter een heel jaar niet thuis mag komen. En Hom zou haar niet mogen bezoeken. Maar er is hoop : wij mogen plaasvervangend de tika’s geven aan hun kinderen en ook aan vele anderen in het dorp. Ze blijven het echter moeilijk vinden dat ze het zelf niet kunnen doen. Hom leert ons wat er van ons verwacht wordt nadat hij alles klaargemaakt heeft. Schalen met stukjes fruit (een dure delicatesse hier), koppen van afrikaantjes, bloemetjes en takjes voor achter het oor, muntstukjes van 1 en 2 rupees, rood gekleurde rijst voor de tika’s. Het worden hele rituelen. We moeten met bloemen strooien en weer andere in het in het haar steken, het rode spul op het voorhoofd plakken en onze zegen uitspreken. Die heeft Hom ons in het Nepalees op papier gegeven, en die lezen we omdebeurt voor terwijl de ander de ceremonie uitvoert. En zo zijn we vele uren lang bezig met het zegenen van Hom, nichtje Naani, elkaar, en een hele stroom dorpelingen. Het komt erg nauw aan wiens voeten we na de zegen wel en niet een buiging moeten maken tot met ons hoofd op de grond. Of wie dat bij ons moet doen. Gelukkig is Hom er steeds voor de broodnodige aanwijzingen. En al met al is het een warm respectvol ritueel, met beslist meer inhoud en liefde dan onze kerst tegenwoordig nog heeft.
Homs moeder doet wat erg amicaal tegen mij. Ik krijg alsmaar armen om me heen. Ze ruikt naar drank. Later zullen we horen wat een onmenselijk drama haar en hun drankmisbruik is voor het hele gezin, en hoe zwaar dat drukt op Hom.
Hartverscheurend
En dan komt Homs zus thuis. Ze stort zich huilend in Homs armen en laat zich langdurig troosten. Die twee zijn erg dol op elkaar en ze heeft hem, en haar thuis, erg gemist. Het is hartverscheurend om mee te maken. We maken kennis met Tao, haar man, een aardige jongen, en geven hen beide tika de zegen en een sieraad.
Hom heeft enorm zijn best gedaan om voor ons geschikte slaapplaatsen in te richten in de door hem recent uitgebouwde slaapkamer. Hij heeft er eigenhandig de stenen voor gehakt, gemetseld en geverfd. En nu gezorgd dat er voor ons beiden iets is dat op een matrasje lijkt. Geleend bij mensen uit het dorp die in het buitenland gewerkt hebben. Een enorme spin doet zijn ronde als we intrekken. Hom kijkt daar niet van op, maar op ons verzoek jaagt hij hem weg, door een van de grote kieren naar buiten. De zwarte zijn gevaarlijk, zegt hij nuchter, deze niet. Ik vind hem duidelijk zwart. Voor de ramen (grote gaten in de muur met tralies er in) hangen we lapjes en jassen omdat we geen zin hebben in al die nieuwsgiergheid. Homs zus komt binnen en met vieren zitten we een hele tijd op het bed. Met een wel erg somber gezicht vertelt ze haar broer dat ze gelukkig is bij haar nieuwe familie. Tao heeft gezegd dat hij haar niet zal slaan en zal proberen haar gelukkig te maken. Haar taak is het hoeden van de varkens, en haar leven is niet slecht, vooral omdat ze wat meer luxe hebben, zoals gas om op te koken, zodat ze niet steeds hout hoeven te kappen en sjouwen. Haar gezichtsuitdrukking maakt het verhaal wat ongeloofwaardig voor ons, maar Hom licht toe dat als ze dit lachend zou vertellen, het voor Nepalezen niet geloofwaardig zou zijn.
We slapen niet veel. Dat er midden in de nacht een hond naar binnen sprong heeft Dick geloof ik al geschreven. Ook daar kijkt Hom niet van op, als hij de volgende ochtend thuis komt. Hij heeft bij een vriend geslapen omdat het hier vol was. Maar ook dat is heel gewoon. Vaak gaat hij ook uit slapen om weg te vluchten uit de sfeer thuis, maar dat weten we nog niet op dat moment. Arme Naani, die achterblijft bij haar dronken en ruzieënde grootouders. Maar haar moeder wil haar niet, en overigens - die blijkt ook te drinken.
We zijn blij als we voor de laatste keer terug wandelen naar ons hotel. We zijn vol van al die indrukken, dankbaar dat we dit mee mochten maken, en er meer dan tevoren van doordrongen uit wat een volkomen andere wereld Hom komt. Daar hadden we natuurlijk wel enig vermoeden van onderhand, maar het lijkt wel of alles anders is, behalve dat hier de mensen ook eten en naar de wc gaan. Maar zelfs dat doen ze op een onvergelijkbare manier.
We pakken onze spullen in en verhuizen, terug naar de ‘gewone’ wereld in Pokhara.
-
23 November 2008 - 09:29
Michiel:
Dasein is het begrip van Goethe en o.a. Rilke, aanwezig zijn met al je aandacht , past goed daar bij jullie en de hindoes en boeddhisten. Toen ik je opschrift zag dacht ik meteen dat het daar over zou gaan, leuk. Ook weer een mooi verhaal Ellen. Zo maak je nog eens wat mee. Trouwens hier in Geldrop bleef het konijnevlees na slachting zeker nog een dag trillen uit zichzelf, maar dat was nog in de nadagen van onze hippie tijd.
Gewoontes zijn anders, maar we zijn als mensen wel degelijk niet zo verschillend van elkaar, zo is mijn ervaring. Nog veel plezier Daseintoeristen!!! -
23 November 2008 - 17:55
Karel:
Fijn dat je weer opknapt, Ellen! En wat een belevenissen bij de familie van Hom. In Den Haag bestaat 80% van mijn patienten uit allochtonen: Turken, Marokkanen, Surinamers, Egyptenaren, Georgiers, Afghanen, Indonesiers, Chinezen... Ik ben me vaak bewust van de grote culturele verschillen tussen mij en hen. Eigenlijk vind ik het vaak een wonder dat we elkaar nog zo goed kunnen begrijpen! Ik vind het heerlijk om te lezen dat jullie zo veel over hebben voor de mensen daar.
Vandaag sneeuwt het hier. Ik geniet van het stille tapijt dat zo vakkundig overal wordt neergelegd. Maar ik ben ook wel een beetje jaloers op die zomerse sfeer die uit jouw verhaal spreekt.
Het zij jullie gegund hoor!
Hartelijke groet.
-
23 November 2008 - 22:13
Paul:
Leuke foto's Ellen! -
24 November 2008 - 08:48
Gerard:
Je knapt op, Ellen. Fijn. Door jullie betrokkenheid bij Hom deel je in hun leven.
e wordt er opgenomen als eregast,soms als priester en priesteres, dan weer als schommelgast. Die beschrijving hoe jullie de ceremonies mee mogen uitvoeren: een warm en liefdevol ritueel ...Stel je voor: zo'n kerstmis hier.Ik raak gewoon geinspireerd; en wat je vertelt, zal invloed hebben bij mijn voorbereiding. Wij banjeren hier niet in bloed, maar in restanten van een mooi maar ook weer vergankelijk sneeuwlandschap. Lééf -
01 December 2008 - 12:50
Karin:
Tjonge, wat een verhalen rondom alle belevenissen tijdens het verblijf met Hom ,zijn familie en dorpelingen! Het is niet allemaal goud dat er blinkt!
Mooi dat jullie tevens van belang zijn en goed doen bij deze mensen.
Dank voor alle verhalen en houd jullie in balans.
Lieve groet
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley