Devotie en gekte
Door: Dick
Blijf op de hoogte en volg Dick & Ellen
26 Februari 2008 | India, New Delhi
-Oliekruik-
Tot de pancha-karma-behandeling die we in een Zuid-Indiase ayurvedische Amrita-kliniek ondergaan voor onze chronische kwaaltjes hoort een oliebehandeling van het hoofd: een dun straaltje warme olie loopt uit een koperen pot heen en weer over je voorhoofd, wat een ongekend rustgevend bij-effect geeft. Ik ben bijna in slaap. Opeens: een harde klap tegen mijn kop, pijn; in een afweerreflex gaan mijn handen omhoog maar het geweld gaat door, dan rolt het van mij weg en maakt plaats voor een golf lauwarme olie. Al voor het proces ten einde komt, begrijp ik wat er gebeurd is: De koperen kruik met olie die boven mijn hoofd hangt, is losgeraakt en op mijn hoofd terecht gekomen..
Ik begin mijn verhaaltje expres zo voor Michiel, onze niet aflatende trouwe oom-lezer; hij leeft zozeer mee met ons wedervaren dat hij zich soms zelfs kan vermeien in leedvermaak. Nou dit is daar een goeie voor. Zie je het tafereel voor je? De behandelaars in opperste staat van verwarring. Olie en bloed samen zorgen voor een indrukwekkende mise-en-scene. Een dokter komt de schade opnemen en sommeert een verpleegster mij een verband aan te meten. Eerlijk gezegd valt de schade nogal mee, een flinke snee. Maar het voorval had me een oog kunnen kosten, want er zit een gemene steektuit aan zo’n pot.
Oorzaak: de koperen pot hangt aan drie of vier metalen kettingen, maar die kettingen komen niet samen in een bronzen draagketting, die aan de houten draagstellage wordt bevestigd. Nee, ze komen samen in een paar touwtjes en die zijn glibberig geworden door alle olie en losgegleden. Later horen we dat onze behandelende arts er al vele malen op heeft aangedrongen ook de draagtouwen te vervangen door metalen kettingen.
Later zitten we tegenover ‘het hoog’ van de kliniek onder wie twee heuse swami’s. Hoewel ik in de ogen van Ellen iets te luchtig doe, kan ik wel mijn hoofdboodschap kwijt: De jongens die mij behandelen, valt niets te verwijten, alle blaam treft het management van deze kliniek, waar niets loopt zoals het lopen moet. Als er een metalen draagketting was geweest, had dit niet kunnen gebeuren. Wij maken van de gelegenheid gebruik om ons hart te luchten over alle miscommunicatie, fouten en overlast die wij hebben ondervonden en verwijzen ook naar een zes pagina’s dikke lijst met klachten van westerse voorgangers.
Met de directeur-swami worden we bepaald geen dikke vrienden en alles overwegende besluiten we twee dagen later onze behandeling af te breken. Het kruik-incident heeft er eigenlijks niets meer mee te maken, tegen die tijd is er alleen nog een flinke schram over van mijn letsels. Nee, het verblijf in de kliniek is gewoon een doorlopende bezoeking, zonder een moment van echte ontspanning. We besluiten in e e n ruk naar Varkala-beach te rijden met een taxi en daar zitten we nu. Lekker aan het strand in een prima hotel.
Maar sinds mijn laatste stukje op deze weblog is er wel wat gebeurd. Te veel om allemaal aan bod te laten komen. Ik beperk me tot wat highlights: Ons bezoek aan alle Boeddhapleken in Nepal en India, Varanasi en de ahram van Amma of, om volledig te zijn, Mata Amritanandamayi.
Maar eerst het Nepalese Chitwan, waar wij heengingen vanuit Kathmandu. Wij bezochten de Nepalese hoofdstad wederom vanuit Pokhara, de woonplaats van onze adoptief studiezoon Hom (zie het stuk over hem van Ellen). Die tocht zal ons heugen, omdat wij in een 13 uur durende 'banda' terecht komen. Vergelijk het maar met een truckersstaking in Frankrijk. Je kunt geen kant uit. Alleen maar wachten en informatie is er niet. In no time is er een heel handelscircuit dat uit de aangrenzende dorpen op gang komt. Voornamelijk voedsel, snoep en water. Wij hebben gewoonlijk alleen wat koekjes nodig. Meestal zijn we zelfvoorzienend, ook met water, want dat maken we zelf (met hadex of iodine of met een waterkokertje) en we gieten het in oude colaflesjes die we steeds hergebruiken. Dat heeft het milieu hier in Nepal en India een extra belasting met ca 800 plastic flessen bespaard. Dat is een fikse berg zoals je die hier regelmatig tegenkomt.
Een banda is een wegblokkade die in Nepal vaak is gericht op het verwerven van schadevergoeding of financiele compensatie voor een verkeersslachtoffer. De familie organiseert zo’n banda met instemming van de andere dorpelingen, omdat er geen goed systeem van aansprakelijkheid bestaat. De nabestaanden dwingen zo de overheid tot maatregelen. Gebeurt dat niet adequaat - wordt bijvoorbeeld een afgesproken som geld niet snel uitbetaald- dan is er zo weer een banda aan de orde. Nepalezen beschouwen banda’s als lastige natuurverschijnselen.
In Chitwan bereikt mij het bericht dat Vorm & Leegte, het boeddhistisch kwartaalblad in Nederland, wil stoppen met mijn column. De reden schijnt niet te maken te hebben met kwaliteitseisen, maar met de behoefte aan een schone lei in het kader van de beoogde totale vernieuwing. Ik heb de gelegenheid gekregen in een laatste column afscheid te nemen van mijn lezer. Hierbij voor de liefhebbers, zoals inmiddels gebruikelijk, vast een voorproefje van deze column die omstreeks 15 spril zal verschijnen in het geheel vernieuwe blad dat, geloof ik, ook een nieuwe titel heeft gekregen.
Stroomafwaarts
We zitten aan de oever van de Raptirivier in Sauraha (Chitwan). De sterke stroming voert vlokjes schuim mee en het valt me op dat de vlokjes niet rechtlijning stroomafwaarts gaan, maar dat ze terecht komen in wervelingen en wentelingen, die alle kanten uitgaan. In allerlei omwegen gaan ze tenslotte wel dezelfde kant op: stroomafwaarts.
Zo gaat mijn leven ook. De ‘stroomafwaartsheid’ is onstuitbaar, maar kent onverwachte wendingen die me steeds weer verwonderen. Zo neem ik mijn eigen leven waar. Ik zit in de boot van mijn eigen leven, ben passagier en bemanning, ben de boot zelf. Mijn vaarplan leidt tot tal van zwenkingen, maar zeil en roer kan ik uiteindelijk slechts ter beschikking stellen van de golfstroom van de tijd. Wat ik wezenlijk ben ziet dit alles gebeuren en ziet dat slechts de coulissen van mijn bestaan steeds veranderen, gevangen als mijn lichaam en denken zijn in het net van tijd en vergankelijkheid.
Wat een gedachten zeg in het zondoorstoofde jungledorp Sauraha, waar olifanten op reusachtige kousevoeten door de straten lopen. Maar ik heb ze even nodig, die gedachten, om mijn punt te maken. Hoezeer mijn vaarplan er ook toe doet, uiteindelijk gaan we voorgoed voor anker in de grote zee van licht, waartoe we van meet af aan al behoren. En naarmate dit process vordert en helderder wordt, verschrompelt mijn neiging om daartussen te komen met mijn vaarplan.
Worden mijn keuzes en beslissingen dus minder belangrijk? Integendeel. Steeds meer wil ik ze afstemmen op de grote lichtstroom, laten varen op het getij van openheid, zonder dat mijn systeemdenken de overhand heeft. Dat vergt een kalmte die mij maar al te vaak ontbreekt. Maar wat ik wezenlijk ben, ziet dat mijn relatieve bestaan alleen beweging en verandering is en dat ik daar maar e e n antwoord op heb: daarin zonder voorbehoud meegaan. Daar e e n mee zijn, smelten als en blokje ijs in een Spa rood. Met keuzes vanuit openheid en licht.
Terwijl ik dit zo overpeins, tilt een Chitwanese olifant mij met zijn slurf op zijn brede rug en wandelt geluidloos de rivier in. Gewapend met een borstel en olifantenzeep zet ik ons aan een grondige reinigingsbeurt.
Alles verandert. Zo kan het ook gebeuren dat mij in het jungelresort van Chitwan het bericht bereikt dat de schone lei van waaruit de redactie de volgende nummers van dit onvolprezen blad gaat maken, ook mijn colum betreft. 'Scherp van de snede' verdwijnt dus uit de kolommen. Ik dank jullie, lezers en lezeressen, voor jullie aandacht en talrijke blijken van waardering. Mijn bootje gaat verder, stroomafwaaarts, op ongewisse wijze het gewisse tegemoet.
Mijn olifant en ik, intussen geheel schoongepoetst, klauteren de wal op en blijven even, als in gedachten verzonken, staan. Dan blaast er uit zijn olifantenslurf een dikke waterstraal, waarin even, heel, heel even, drie letters te lezen zijn: UIT.
Dick Verstegen
In Lumbini, waar 'precies' het plekje aangegeven staat waar de Boeddha geboren is, logeren wij in een hotel waar voor het gemak van de gasten op een soort schoolplaat staat wat de Gautama na zijn geboorte terstond uit eigen mond en met omghoog geheven vingertje wereldkundig zou hebben gemaakt. Hij zou offers waardig zijn van goden en mensen, hij zou de beste van de wereld zijn en zou voor altijd ongeevenaard zijn onder alle schepselen.
Het is treurig dat dit soort legendes als waar gebeurd in stand gehouden wordt. Boeddha zou het eens moeten horen. Hij zou vermoedeljk niet veel herkennen van wat er rond zijn bestaan aan instituties tot stand gebracht is.
Veel indruk maakt op mij Kapilavastu, waar ik met een beetje verbeelding Gautama door de Oostpoort van zijn vaders kasteel de wereld in zag rijden op zoek naar een verklaring en een oplossing voor het menselijk lijden. Daar gaat ie, hoog te paard. Door een vlak landschap, dat wel en beetje lijkt op Nederland. We rapen er allebei een steentje op, dat volgens onze min of meer opgedrongen gids heeft behoord tot een steen van het kasteel.
Het Indiase Bodhgaya, waar Gautama zijn inzicht bereikte onder een vijgenboom, komt ook indringend bij ons binnen. Niet zozeer door de boom die een zaailing zou zijn van de oorspronkelijke boom, maar door de diepe devotie die op de meest kleurrijke, individuele manieren, maar ook in collectieve zin door allerlei culturen tot uitdrukking werd gebracht.
Wij zijn er tijdens een groot festival, in het kader waarvan het hele gebied rond de boom voortdurend bezet is met groepen monniken en leken uit alle delen van de wereld. Het hele terrein is een oranje golvende zee. De boom staat op het terrein van de Mahabodhitempel, een ongekend mooi complex van tempelgebouwen en stupa’s. Op een van onze laatste dagen wijkt de grootste drukte en kunnen wij nog beter voelen hoezeer deze plek, met zijn tientallen oeroude gedenktekens, getuigt van intense verstilling. Achter de boom zien we nu ook beter de grote lege zetel, waarin de Boeddha elk mens uitnodigt.
Alles bij elkaar zijn we wel een keer of vijftien om het hele tempelcomplex heengelopen. Elke keer was op een andere manier bijzonder. Als we in het donker teruglopen, passeren we altijd veel bedelaars en op een bepaalde plek, zitten de kinderen, vrijwel altijd jongens, die polio hadden of met een geboorteafwijking. Ze schuifelen in een razend tempo als grote krabben over de grond om ons de pas af te snijden. Ze weten dat we wel wat willen geven. Als we met tien rupeebijletten (20 eurocent) op de proppen komen, worden we bijna, het klikt gek, tegen de grond gewerkt.
We slapen in de gastkwartieren van de Japanse temple Daijokyo, waarop een ca. dertig meter hoge Boeddha streng maar welwillend neerkijkt. Onze gastheer, die alles doet om het ons naar de zin te maken heeft zo’n stralend voorkomen dat het je altijd bij zal blijven.
(zojuist ben ik de tweede helft van dit stuk kwijtgeraakt. Moet dus over. Maar heb nu geen tijd meer. WORDT VERVOLGD DUS! Dan komen ook de foto's erbij.
De volgende dag: Mijn zorgvuldig uitgezochte snelle internetcafe heeft geen stroom. Ik wacht uren tevergeefs op reparatie, die steeds binnen tien minuten voorzien wordt. In een ander cafe werk ik een half uur en moet dan toezien hoe na het gebruik van een terugtoets, mijn hele stuk wordt opgevreten. Niets helpt, alleen uitzetten. Een tweede keer gebeurt precies hetzelfde. De uitbater is niet geinteresseerd in mijn klacht. Ik ga weer een cafe verder, maar intussen is het al vijf uur geworden. Ja, lieve lezer(es), dit is India. In mijn volgende stukje ga ik hier nader op in).
-
27 Februari 2008 - 07:42
Michiel:
ha die Dick, van klappen op je hoofd wordt je helderziend volgens occulte bronnen, ook uit de ayurveda.J ekarma geeft je meer kansen want je hebt het overleefd! en op je 66-ste (2x33 jaar..Jezus...) komen er belangrijke veranderingen in je leven.
Leuk dat je aan me dacht en blij dat het zo goed met jullie gaat! -
28 Februari 2008 - 05:51
Karel Klumpers:
Lijkt me niet leuk als je column op deze manier van je wordt afgenomen. Wel weer een herinnering aan, om je eigen woorden te gebruiken,dat we ons moeten overgeven aan 'de golfstroom van de tijd.' Dag mede-schrijver, see you soon. -
05 Maart 2008 - 15:59
Gerard:
Een straaltje warme olie over je voorhoofd .. zo rustgevend.
Vanmorgen bij de T'ai-chi. De lerares geeft ons ontspanningsoefeningen van kruin tot voetzool.
Bij het voorhoofd aangekomen geeft ze een visualisatie: beeld je in, dat iemand de warme inhoud van een ei over je voorhoofd giet. En jij laat het gewoon gebeuren, zonder verzet: je vindt het wel goed. Beste Dick, opeens moest ik aan jou denken. De ontspanning veranderde in een brede, brede glimlach.
Alle goeds voor jou en Ellen. Gerard
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley