Terugblikken - Reisverslag uit Pokhara, Nepal van Dick & Ellen Verstegen - WaarBenJij.nu Terugblikken - Reisverslag uit Pokhara, Nepal van Dick & Ellen Verstegen - WaarBenJij.nu

Terugblikken

Door: Dick

Blijf op de hoogte en volg Dick & Ellen

17 December 2007 | Nepal, Pokhara

Weer terug in Pokhara. Overdag is het hier lekker warm als de zon schijnt. Na onze 42 bergdagen zitten we, in wezen ongepland, bijna vier weken aan het Fewameer. We kijken vanaf ons royaal bemeten terras uit over een breed water van stilte en rimpeling. Boven het meer de heuvels, die ons steeds vertrouwder worden, want we brachten er een ontroerend bezoek aan Homs ouders in Kaskikot, we bezochten er het magnifieke uitzichtpunt in Sarangkot en we swingden er als roofvogels in de lucht toen we ons als ware helden overgaven aan het paragliden. Dat is met een luchtscherm in een afgrond springen en hopen dat je blijft zweven.

En boven die heuvels torenen de Hymalayagiganten van de Annapurna uit. Elke dag weer een mysterie, voortdurend anders van aanzien, kleur en ’wolksetting’, en vaak, opeens, een indringende ervaring. ’We beginnen er toch niet aan te te wennen, he?’ vroeg Ellen onlangs enigszins verontrust. En ja, we moesten toegeven dat het gif van de gewenning ook hier in onze waarneming dreigde te kruipen. Ik weet er maar e e n ’wapen’ tegen dat overal ter wereld werkt: aandacht.

Wie kan ooit ’ wennen’ aan het wonder van de stromende Waal in Nijmegen? Toch heb ik gewerkt met mensen die, elke dag geconfronteerd met het schitterende uitzicht op de Waal vanuit hun werkkamer, niets meer merken van wat er werkelijk te zien, te ervaren is. Maar als ik dan zeg wat ik er zelf bij ervaar, dan kunnen ze er weer voor openstaan.

-Veerman-
Als we de bewoonde wereld van Pokhara willen bereiken is het voor ons een half uur roeien naar Lakeside waar het hectische leven van een Nepalese toeristenwijk –maar niet half zo onrustig als Kathmandu- zich ontvouwt. Ook in Lakeside is er een stroming, een cadans van leven, werken en -vooral- overleven. Is er beweging, geluid en ontmoeting. Ook daarin huizen –als je ze kunt en wilt zien- de rivier waarin je maar e e n keer kunt stappen, de bergen die onophoudelijk veranderen en de landschappen die hun ruimte steeds weer anders prijsgeven.

De goedlachse Vrakas fungeert bijna altijd als veerman als hij ons naar de wal brengt en voor achten weer ophaalt, want na dat tijdstip kan er een riskante golfslag ontstaan. Er zijn ook andere ongemakken, zoals drijvende vissersnetten van nylon, waarin onze boot keer op keer vastraakt en het uitvallen van de stroom (wat hier om de haverklap gebeurt), zodat je je in het donker minder makkelijk kan orienteren. Rond half zes daalt hier het duister neer. Overdag hebben we wel eens zelf gepeddeld, maar ik ben blij dat we meestal gehaald en gebracht worden.

Vier fantastische weken. Gisteren lunchten we in de restauranttuin van een gezellig eettentje in de zon, graadje of 23, met uitzicht op het meer en wij schrijven 17 december!! Hoe is het mogelijk? Maar ‘s nachts hebben we drie dekens nodig tegen de kou. Dezelfde kou die ons in de bergen zoveel parten speelde. Inmiddels kent het halve dorp ons. Geen wandeling of we worden aangeklampt door mensen die ons vragen hoe het gaat. Het komt ook niet zo heel vaak voor dan toeristen zo lang blijven.

-Handschrift-
Behalve de giganten van het indrukwekkende Hymalayamassief –die ook in Pokhara nog bij ons zijn- zal ik onze voettochten in Lower Mustang nooit meer vergeten. Het was een dierbare wens van Ellen om na MBC (Machhapuchhare Base Camp) en ABC (zie mijn bijdrage Pelgrimstocht) door te steken naar een andere ’trek’ met Mukthinath als bestemming. Na Tukuche en Jomsom loop je dan vanaf Kagbeni Mustang binnen met zijn honderden meters brede kiezelbeddingen van de Gandakirivier en zijn grillige, donkere, zand- en pastelkleurige heuvelformaties. Eeuwigheden natuurkracht hebben er de wonderlijkste vormen tot stand gebracht.

Het handschrift van de tijd, dat ik hier herken, dwingt bij mij diep respect af. Het is overal herkenbaar. Ik moet denken aan de Steinbuecher van het kunstenaarsechtpaar Kubach-Wilmsen. Zij maken boeken van natuursteen en voor mij zijn het stuk voor stuk vormen van een paradox: De inhoud van deze boeken is eeuwig, maar ondoorgrondelijk; alles staat erin, maar ik kan er niet bij. In sommige keien en kiezels in de Gandakibedding wordt dit handschrift van de tijd tastbaar. Je kunt het duidelijk zien en met je vingers voelen; de lijnen lijken wel een verloren taal.

Aan de Mustanglandschappen heeft Ellen dus evenzeer haar hart verpand als aan de reuzen van de Himalaya. En ik moet zeggen: ik kan dat navoelen. Het was alle moeite en kou dubbel en dwars waard. Ik had het voor geen goud willen missen. En het zijn niet alleen de landschappen. Ook de mensen en de dorpen, die je van een afstand nauwelijk ziet liggen, en de huizen, hebben op een of andere manier dezelfde geur en structuur en hetzelfde kleurengamma -hetzelfde ’handschrift’- als het omringende landschap. De barheid van natuur en levensomstandigheden tekent en kleurt ze.

Maar in een klein bergdorp, tot voor kort nauwelijks toegankelijk voor toeristen, ontmoeten wij een hartelijkheid en een gastvrijheid die volkomen gespeend is van de berekening, die we in de toeristengebieden vaak tegenkwamen. We worden binnengevraagd, ontmoeten lieve mensen en zien een mooi oud huis van twee verdiepingen met prachtige kleurige kleden, bedden, banken en vernuftig huisraad. Maar net als bij Homs ouders, de vuurplaats in de kamer. De schoonheid die wij er kunnen zien is gespeend van elke luxe. Voor de appels die wij bij het afscheid krijgen, willen ze geen rupee aannemen.

-Verjaardag-
Eerder hebben we in Tatopani (Warmwater) mijn verjaardag gevierd. Ellen heeft er een geweldige dag van gemaakt, met een bezoek aan de warmwaterbron, een heerlijke, allover lichaamsmassage en een scheer- plus knipbeurt als hoogtepunten. De masseur heeft zijn praktijk achter een soort kamerschermpje bij de bron. Zo nu en dan komt een belangstellende even poolshoogte nemen. Dat is hier heel gewoon- privacy staat niet hoog genoteerd. En de openluchtkapper leent ergens een krukje, zet mij erop en opent zijn bescheiden gereedschapstas. De scheerkwast bestaat uit later rafels die met een elastiekje bij elkaar gehouden worden.

Bij het verjaardagsontbijt dure slingers van wc-papier in de bomen op het terras, wijn en kaas op het randje van en ravijn en later nog heel lekker eten in een restaurant. Hom geeft mij een Nepalees hoedje als verjaardagscadeau. Ik draag het sindsdien regelmatig en mijn ’Nepali topi’ lokt constant geestdriftige bijval van passanten uit, want ik schijn dan het prototype te zijn van Nepalese vaderfiguur of ’dai’ (oudere broer). En daarin ondervinden ze een bevestiging van hun cultuur. Ellen vindt het tegenwoordig saai om alleen te lopen; ze mist dan de spontane topi-reacties.

In plaatsen als Marpha, Kagbeni en Jharkot weet je soms niet of je onder of boven de grond loopt als je de smalle straatjes en steegjes doorkruist. Dat komt doordat het leven op de huizen er even gewoon is als onder de daken. De hoogteverschillen op de berghellingen, maakt de verwarring nog groter. Maar telkens als je denkt dat je onder het maaiveld komt of doodloopt, dan sta je weer op een binnenplaatsje. Er zit voor mij iets ’ondergronds’ in dit wonen en leven, waar ik nog niet uit ben. Hoewel alle dorpsactiviteit zich op straat afspeelt, is er toch iets geslotens in de dorpen, iets onwaarneembaars. Heeft het te maken met afscherming tegen de elementen van de soms barbaarse natuur? Ik weet het niet. Maar de sociale controle moet er enorm zijn.

-Volle erectie-
Om een hoek in Jharkot staan we opeens oog in oog met een meer dan levensgroot popachtig beeld, dat vele honderden jaren oud moet zijn. Het doet me, ook qua kleur, nog het meest aan een carnavalspop denken. Er is maar e e n beeeldelement dat kennelijk vernieuwd is en dat is de enorme glimmende, houten penis, die in volle erectie uit het poppelichaam steekt. Een wonderlijk reliek dat bij ons in het superpreutse Nepal enige hilariteit oproept. Maar in Jharkot kijkt niemand ervan op. Ook de kinderen niet.

Een preboeddhistisch overblijfsel, veronderstelt de Duitse taalgeleerde Albrecht Hanisch, die, als fungerend directeur van het Nepal Research Centre in Kathmandu een vertaalproject leidt van Boedddhistische sutra’s. Hij wordt betaald door zijn Duitse universiteit, maar woont en werkt in de Nepalese hoofdstad. We zullen ze binnenkort opzoeken als we weer in Kathmandu zitten. Dan zullen we hem ook aan het werk zien. Volgens mij zou hij een ideaal contact kunnen zijn voor onze Boeddhavertalers van het eerste uur Rob Janssen en Jan de Breet (albrecht.hanisch@uni-hamburg.de).

-Ontmoetingen-
Albrecht en zijn vrouw behoren tot de vele interessante mensen die we op onze reis ontmoetten. Sangpo Lama, die aan het hoofd staat van Kutsab Ternga Monastery, een klein klooster in de buurt van Jomson blijft ook steeds hangen in mijn herinnering net als hulpdokter Man Prasad Guring in Kimrung Danda over wie ik al eerder schreef. Sangpo Lama is zo’n kloosterbaas met een stuk of twaalf jongens en jongetjes in een gompa, die in wezen ook een soort weeshuisfunctie vervult. Veel kloosterlingetjes zouden slecht af zijn als ze niet bij Sangpo beland waren. Sangpo beschouwt ons sinds zijn bezoek ook als vader en moeder en meldde onlangs per email dat hij en zijn monnikjes dagelijks voor ons welzijn bidden. Maar het zou passender zijn als wij allen voor hem en zijn volgelingen op de knieen zouden gaan. Als wij ooit een Nepalfonds zouden oprichtenm, dan zou hij zeker in aanmerking komen voor een regelmatige bijdrage. (sangpo_lama@yahoo.com).



Een ander is Nil Sharma, de baas van het Yeti Guesthouse aan Lakeside in Pokhara. Hij probeert bij zijn hotel een Yoga- en Meditatiecentrum van de grond te krijgen. Dat is een droom die hij op zijn oudere dag (hij is 65 geweest) nog wil realiseren. Een oefenruimte heeft hij al en hij huisvest sinds enige tijd een kundige yogaleraar. Nu nog de klanten voor wat hij ziet als een centrum voor geestelijke gezondheid en onthaasting. In elk geval: wie naar Nepal gaat, zou er in Pokhara een graag geziene gast kunnen zijn (nkspokhara@hotmail.com).

Tot slot van dit niet uitputtende lijstje Nara Greenway, een Britse zennon, die op de top van de heuvel aan de voet waarvan wij in Pokhara resideerden, de trom slaat bij de World Peace Pagoda. Zij hoort bij de japanse Nipponzan Myohoji, die zich ten doel stelt overal ter wereld Vredespagodes op te richten. Ze zien eruit als machtige stupa’s en zijn gewoonlijk van veraf te zien. Ze zenden onophoudelijk het signaal uit dat wereldvrede mogelijk is. Nara begeleidt haar gedragen tromslagen met het melodieus recteren van Na mu myo ho ren ge kyo, de eerste regel van de Lotussutra. Daarmee tilt ze de Peace Pagoda uit boven een foto-object. Ze was blij verrast met wat ik vertelde over de Stichting Worldpeace is possible, een initiatief van mijn leraar Rients Ranzen Ritskes. Als je je bij Nara meldt, kun je er enige tijd logeren en je wijden aan haar recitatie- en tromslagkunst en natuurlijk aan meditatie. Nu heeft ze alleen nog kinderen aan wie ze haar vaardigheden probeert over te dragen. Wij zijn zeker van plan een weekje bij haar in de leer te gaan (nara_greenway@yahoo.co.uk).

-Kinderen-
Laten we de ‘interessante ontmoetingen’ niet beperken tot de ‘grote mensen’. Ellen heeft meer dan honderd foto’s gemaakt van Nepalese kinderen met wie we in aanraking kamen. Soms ging dat als het ware vanzelf, maar vaak ook vergde het geduld en tact en Ellen blijkt op dat punt en als kinderportrettiste een natuurtalent. Ze schoot de prachtigste foto’s. Ons weblogbezoek moet er zelf maar over oordelen.

En dan Hom, het kind dat de bergen ons gebaard hebben. Ja, daar hebben we ook mooie foto’s van. Maar zonder gekheid - het was wonderlijk om te merken hoe natuurlijk, hoe vanzelf dat allemaal ging. Homs geschiedenis is genoegzaam beschreven door Ellen in haar bijdragen Zegen, afzien en Hom en Hom 2. Ik heb me erover verbaasd hoe het klikte tussen ons en Hom. Zijn ervaring als drager/gids is stellig in zijn voordeel geweest. Want de cultuurverschillen zijn groot. Ook Homs sociale intelligentie en vaardigheid werken natuurlijk positief. Maar veel meer nog waren het Homs warmte, zorgzaamheid en de betrokkenheid die gewicht in de schaal legden bij ons uiteindelijke, langzaam gegroeide besluit zijn studie tot leraar Engels te betalen.

Hari, de restaurantmanager van Fishtale Lodge, het hotel waar we de eerste dagen na de bergen verbleven, hebben we bereid gevonden als mentor op te treden. Tussen hem en Hom klikte het ook goed en er moet een betrouwbare, welwillende Nepalees in de buurt zijn, die een oogje in het zeil houdt en die voor Hom als vraagbaak kan dienen. Hij vertegenwoordigt de ruimdenkende, maar traditionele Nepalees en heeft een duidelijke nononsense instelling. Zijn creativiteit blijkt uit de vogelkijksafari’s die hij als vogelkenner organiseert en waarmee hij een beetje bijverdient. Ook een restaurantmanager van een duur hotel verdient maar ongeveer 120 euro per maand.

-Politiek-
Dan is daar ook nog een oom en dorpsbroeder van Hom, die net als Hom Hom heet en die op het collegeterrein woont. Hij treedt op als studentenleider en is lid van de maoistisch-communistische partij. Ook hem hebben we ontmoet. Een goedlachse man met zeer stellige opvattingen en met de overtuiging dat hij na de verkiezingen in april wel minister wordt. Hij heeft Hom al geholpen met zijn toelating.


Politiek is hier een hachelijke bezigheid. Veel Nepalezen geloven dat politici, van welke partij ook, alleen maar zakkenvullers zijn. Hari staat op het standpunt dat Hom zich niet met politiek moet bemoeien zolang hij studeert. Maar het zou wel eens kunnen zijn dat Homs oom daar heel anders over denkt. Wij hebben de neiging om hier te vertrouwen op Homs eigen gezonde verstand.

Hoe het ook zij, het bijna mondiale deficit van het communistische gedachtengoed is hier in Nepal nog niet doorgedrongen. Maar we moeten ons tegelijkertijd realiseren dat Troelstra in dit land nog niet in een lantaarnpaal klom en dat ons Kinderwetje van Van Houten (1874) hier nog geboren moet worden. De industriele revolutie moet hier nog op gang komen. Vrouwenrechten? Corruptie? Arbeidsomstandighedenregulering? Het zou voor onze parlementariers vreselijk goed zijn eens een tijdje in Nepal te vertoeven, zodat ze kunnen zien welke echte problemen een samenleving kan hebben. Vanochtend lees ik in de Engelstalige Kathmandu Post dat er onder maoistisch-communistische druk een akkoord in de maak is over een democratische republiek (dus afschaffing van het koningshuis), gedeeltelijk evenredige vertegenwoordiging en en verkiezingen in april. Zou het echt waar zijn? Wordt vervolgd. Hom zal in dit wonderlijke land en in zijn eigen leven zijn eigen weg moeten vinden.

  • 17 December 2007 - 12:55

    Nico De Wal:

    Steeds meer raak ik onder de indruk van jullie belevenissen.Niet gewoon!
    We zullen aan jullie denken bij onze kerstbijeenkomst as. woensdag. Pas goed op jezelf.

  • 19 December 2007 - 19:06

    Michiel:

    dat jullie dat durven, dat paraglijden! moet wel super zijn en zeker in zo'n omgeving; mooie foto's ook, maar ik ben blij dat ik niet met jullie ben meegegaan, had ik ook een luchtdoop gekregen, zker als een leeftijd genoot dat ook zomaar doet, je weetwel:kun je niet achter blijven!
    nog veel genoegen en plezier en de kans lijkt te gaan bestaan dat jullie daar blijven, zo goed jullie het daar hebben

  • 22 December 2007 - 10:21

    Ted:

    het verhaal over Hom las als een kerstverhaal - ontroerend,Ellen;ook jouw verhaal Dick geeft een goed beeld van jullie dagvullingen; zag dat jullie Mustang bezochten- had ik ook graag gedaan in 1994 - onbereikbaar toen (zes weken door de Kali Kandaki); mooie kerst gewenst en een goed begin van 2008;

  • 22 December 2007 - 10:53

    Loes:

    In een woord.... geweldig.

    Geniet er absobeer.

  • 22 December 2007 - 10:58

    Loes:


    Sorrie, foute spelling.

    Geniet en absorbeer.

  • 25 December 2007 - 14:46

    Sander Verstegen:

    Beste Dick

    Ik wens jullie een behouden reis met veel mooie ervaringen. Vanuit Nederland wens ik jullie een goed nieuwjaar.
    Hartelijke groet,
    Sander

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Dick & Ellen

We zijn weer in Nepal, dat ons intussen best vertrouwd is. Destijds, dat is inmiddels 6 jaar geleden zei Dick: We gaan er een jaar tussenuit. Ellen en ik. Sabbatical noemen ze dat. Ellen is al eerder in Nepal en India geweest en daar gaan we nu, om te beginnen, ook weer heen. We gingen toen met een bijzondere opdracht van het Boeddhistisch kwartaalblad Vorm en Leegte, waarvoor ik o.m. een column schrijf en met de Boeddhistische uitegverij Asoka, met Stichting Vajra en met mijn zencentrum Zazen Foundation. Ellen: Nu ik, zolang weg ga, wordt het extra voelbaar dat veel mensen me dierbaar zijn. Twintig jaar geleden schreef ik "rondzendbrieven", die mijn moeder copieerde en doorstuurde. Soms duurde het maanden voor ik antwoord kreeg. Dankzij dit medium lijkt de afstand naar jullie nu een stuk kleiner! Achteraf zijn Ellen en ik tussen 2007 en nu vier keer in Nepal geweest en hebben we ongeveer 80 dagen in de bergen gelopen. Dick heeft een boek geschreven dat 'De tocht van het hart' heet en dat zich voor een flink deel afspeelt in Nepal en India. EN; we zijn inmiddels getrouwd. Sinds 2011. Mijn zencentrum is nu gevestigd in Nijmegen waar we ook wonen. Zie www.zennijmegen.nl. En we hebben een fors waterproject opgezet in de Kaski-regio: de aanleg van een compleet waterleidingstelsel voor ca 14.00 mensen in drie dorpen op de heuvels boven Pokhara.

Actief sinds 21 Dec. 2006
Verslag gelezen: 419
Totaal aantal bezoekers 171672

Voorgaande reizen:

18 September 2007 - 01 April 2009

Onze huidige reis

Landen bezocht: