Werelden
Door: Dck
Blijf op de hoogte en volg Dick & Ellen
09 November 2013 | Nepal, Kāgbeni
De middenwereld was onze kamer, die verbonden is met de relatieve luxe van de Blue Planet Lodge, zoals ons hotel heet. Een hotel met een Belgisch-Nepalees management, zoals website en leaflets zeggen, maar wij kenden het ook al van eerdere bezoeken. Een warme douche die het gewoonlijk doet, afvoerkanalen die het meestal functioneren, prettige bedden. Dat is echt al heeeeeel wat in een Nepalees hotel.
De achterwereld ontvouwde zich achter de achterwand en de achterramen van onze kamer. Het heeft iets huiselijks. Daar lagen andere hotelletjes en een enkele woning en pal onder ons raam een reisbureautje. ’s-Ochtends hoorde je het bekende gerochel van Nepali die zojuist hun bed verlaten hebben. Verder op hoge toon gevoerde gesprekken, gekletter van potten en pannen, schreeuwende kinderen, snierende vrouwenstemmen (van didi’s, wat oudere zuster betekent), blaffende honden. Als het rond 17.30 uur donker is, wijzigt dit auditieve landschap zich nauwelijks merkbaar in een podium waar radio en televisie het volledig voor het zeggen hebben.
Volumeknoppen creëren een aantal decibels dat bij de Nederlandse politie stellig het keurmerk ‘burengerucht’ zou krijgen. Als we vroeg naar bed wilden, vreesden we het ergste. Toen we naar buiten keken, zagen we een bord aan het tegenoverliggende pand met de geruststellende aankondiging: Tranquility Spa. Als het onvoorstelbare rumoer omstreeks 20.30 uur een hoogtepunt heeft bereikt, zakten de geluiden over het algemeen geleidelijk weg en heerste er een uurtje later een relatief weldadige rust met uitschieters van kijvende stemmen, blaffende honden en Nepalese muziek.
Er was ook een voorwereld. Dat was echt iets heel aparts. Het was de wereld die grenst aan onze hotelingang en omdat alle kamers uitkomen op een overdekte patio met tafels en stoelen, konden wij over de hoteltuin en het aangrenzende straatje heen zien naar de overkant. Daar staan ook huizen en hotelletjes, maar daartussen zijn open stukken land en precies tegenover ons lag een stuk waar een os onder aanvuring van een boer een ploeg trok. De oeroude kreten van de ploeger zijn exact dezelfde die ik ooit in de bergen hoorde en op dit blog beschreef (zie http://waarbenjij.nu/beheer/reisverslag/bewerken/4102289).
Straks is er ingezaaid en doen vrouwen zo nu en dan nog zware landarbeid, waarvan ik de portee niet snap. Iets verderop wordt het zoveelste hotel gebouwd en omgeven door een steiger van bamboe.
We hebben dit hotel inmiddels verlaten om drie dagen in een onderkomen met een vierde wereld te verblijven: een balcon van waaraf wij een super uitzicht over het Fewameer hadden. Het was er rustig zei de hotelmanager voordat wij besloten. En dat werd bevestigd door een Brit die er zojuist zijn intrek had genomen. Op de dag van aankomst stak er omstreeks twee uur ’s middags een storm van ongekend lawaai op. Het meer huiverde. Wij ook. Gekrijs met een stampende ondergrond waarin wij ‘festivalmuziek’ meenden te herkennen. Ellen en ik keken elkaar maar niet aan (waren we daarvoor uit dat eerste hotel vertrokken?) en maakten na een tijdje onderkoelde opmerkingen.
De volgende dag spraken wij de manager. Ja, zei hij breed lachend. Als hij ons dit verteld had waren we niet gekomen dus had hij een ‘business-trick’ gebruikt door ons voor te spiegelen hoeveel rust hier zou heersen. Ja, wij moesten begrijpen, Nepalezen houden van herrie. Hoe meer hoe beter en ze zullen nooit begrijpen dat een ander daar misschien last van zal hebben. Maar het goede nieuws voegde hij er ijlings aan toe. Vandaag zou het beter gaan, want de dag ervoor was een extra festivaldag geweest in verband met Tihar. Hij bleek (min of meer) gelijk te krijgen. En mede door de ontwapenende eerlijkheid over zijn misinformatie gaan we er straks weer terug.
Ondertussen zitten we weer in een compleet andere wereld waarvoor beschrijvingen tekort schieten. Lower Mustang. Ook foto’s geven niet weer wat je hier kunt ervaren. Pokhara heeft plaats gemaakt voor ons geliefde Kagbeni dan op ca 3000 meter ligt. Een vliegtochtje van twintig minuten bracht ons naar Jomsom en vandaar ging ik er jeep naar Kagbeni. Ellen nam de benenwagen, welk vervoer als gevolg van mijn versleten knieën helaas niet meer voor mij is weggelegd.
De jeep volgde een onbegrijpelijk parcours dwars door de bedding van de Gandaki-rivier. Ik stond om kwart voor tien al op de stoep van onze lodge. Op het vliegveldje van Pokhara zagen we rond 06.15 uur al hoe de majesteitelijke magie van de Himalaya-giganten (8 à 9.000 meter) ons begroette. Helder staken ze af tegen een blauwe lucht. Het mysterie van iets dat zo adembenemend mooi en veraf is en dat tegelijkertijd zo dichtbij is dat het er uitziet als iets waar je zo en stukje van kan afbreken. Die kant gingen we op. Voor Ellen is dit de mooiste plek op aarde en we gaan er een week vertoeven.
Foto's volgen.
-
09 November 2013 - 13:35
Herna:
Ik wilde jullie de tip geven om op de terugweg bij Patrick en Purna langs te gaan.
Maar nu las ik in een vorig verslag dat jullie er al geweest zijn!
Mocht je toevallig langs gaan,wil je dan de groeten van mij doen?
Ik heb daar in 2007 geslapen,ik ken Patrick en Purna vanuit Pokhara,Purna geeft toen
frietjes voor me gebakken.
Ik ben vanuit Jomsom met een truck naar Tukuche gehobbeld!
Groet Herna
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley